top of page
Blog: Blog2
  • melleschoolaert

Hoe leert een kleuter?

Bijgewerkt op: 18 apr. 2019

Een eerste blogbericht over onderwijs! Dat wil ik graag even kaderen.


Ik werk als onderwijsondersteuner in Brussel, bij een coachings- en expertisecentrum dat de Brusselse Nederlandstalige scholen ondersteunt bij en begeleidt in veranderingsprocessen naar kwaliteitsvoller onderwijs. Yes, een boeiende job! En heel uitdagend, want ik kom als coach/expert in de scholen. Expertise is echter een relatief begrip, je beschikt nooit over alle kennis of ervaring van een bepaald thema of onderwerp. Maar om het met de woorden van Confucius te zeggen: 'Te weten wat men weet, en te weten wat men niet weet, dat is kennis.'


De voorbije dagen verdiepte ik me in de ontwikkeling van peuters en kleuters. Met de onderzoeksvraag 'Hoe leert een kleuter?' ging ik aan de slag en raadpleegde ik verschillende bronnen (onderaan een lijstje).


Het is een open deur, maar ik stap er toch door: een kleuter leert door middel van spel. Als ik echter op zoek ga naar een definitie die de lading van kleuterspelen dekt, kom ik van een kale reis terug.


Volgens Van Dale: spelen = bezigheid ter ontspanning volgens bepaalde regels of ook onbelemmerd zijn gang kunnen gaan


Een jong kind leert zichzelf en de wereld kennen in zijn spel. In het spel 'verkleint' het kind de wereld, zodat die behapbaar wordt. Op basis van wat ik lees, zou ik bijna tot de volgende definitie van spelen kunnen komen: 'het leren van jonge kinderen' . Uiteraard is er ook wel de plezierfactor, niet onbelangrijk! (Het bewijs dat leren ook leuk is?) En volwassenen spelen natuurlijk ook... Dus mijn hypothetische definitie schiet ook tekort. Volgens mij willen volwassenen die spelen ook wel de wereld verkleinen (of er een beetje aan ontsnappen) en plezier maken. Zouden wij 'grown-ups' ook nog leren tijdens het spelen? Of doen we het kinderspel oneer aan door het op gelijke lijn te zetten met het spel van volwassenen? Dat kleuterspelen wordt misschien wel zwaar onderschat.


De spelontwikkeling bij jonge kinderen beschrijft de opeenvolgende stappen die een kind zet in zijn spel en dus ook in zijn leerproces.


Welke fasen worden dan voornamelijk onderscheiden in de spelontwikkeling? (Dit is wat ik tot nu toe uit de bronnen haalde.)

  • Vanaf de leeftijd van ongeveer een jaar verkent een kind de wereld door beweging en het hanteren van voorwerpen uit de omgeving.

  • Beweging blijft belangrijk, het hanteren/manipuleren van voorwerpen evolueert geleidelijk aan naar experimenteren ermee, ook wel manipulerend spel genoemd.

  • In een volgende fase ontwikkelt het kind symboolbewustzijn, wat wil zeggen dat voorwerpen een andere betekenis kunnen krijgen en ter vervanging van andere dingen gebruikt kunnen worden (bv. een wc-rolletje dat een verrekijker wordt).

  • Het symboolbewustzijn zorgt er al snel voor dat het kind een individueel rollenspel speelt of een simpele constructie maakt. In het rollenspel neemt de kleuter zelf een rol aan, maar benoemt die rol nog niet. Hij speelt voornamelijk nog alleen en imiteert wat hij in zijn omgeving waarneemt.

  • Als het kind zijn eigen rol benoemt en ook andere kinderen een rol opnemen, is er sprake van eenvoudig rollenspel. Er wordt nog steeds geïmiteerd.

  • Pas als kinderen een mentale voorstelling van verschillende rollen gemaakt hebben, kunnen ze tot fantasiespel komen. Ze kiezen zelf hoe ze een rol spelen en doen niet langer gewoon na hoe ze die rol in een situatie hebben waargenomen. Ook bij constructies wordt steeds meer fantasie gebruikt.

  • In een laatste fase willen kinderen zowel in rollenspel als in constructies de realiteit zo dicht mogelijk benaderen. In het rollenspel wordt echt een verhaal gespeeld en moeten de kinderen relationele vaardigheden inzetten om het verhaal samen op te bouwen.

Heel belangrijk is de rol van de opvoeder! Sommige kinderen zouden nooit in de laatste fase geraken, wat een impact heeft op hun verdere ontwikkeling. Opvoeders kunnen kinderen helpen om de stappen te zetten in hun ontwikkeling, door bepaalde materialen aan te reiken, contexten te creëren, mee te spelen en impulsen te geven.


Dus sluit ik graag af met een welgemeende dikke merci aan alle kleuterleerKRACHTEN die dagelijks werk maken van spel-ontwikkeling bij jonge kinderen. Petje af!




Geraardpleegde bronnen:

  • Vorming Cego: Evalueren bij kleuters. Van observeren, naar beeld creëren, tot interventies. Door Els Menu, 15/11/2018.

  • Brakenhoff, J. & Homminga, S., (1995). Ontwikkelingspsychologie voor het onderwijs. Groningen, Nederland, Wolters-Noordhoff.

  • Struyven, K. et al., (2003). Groot worden. De ontwikkeling van baby tot adolescent. Handboek voor (toekomstige) leerkrachten en opvoeders. Leuven, België, Lannoo campus.

  • Andries, W., (2017). Tot 7 jaar. Ontwikkeling en opvoeding van jonge kinderen. Antwerpen-Apeldoorn, België, Garant.

  • Nellestijn, B. & Janssen-Vos, F., (2005). Het materialenboek. Een rijke leeromgeving in de onderbouw. Assen, Nederland, Van Gorcum.

  • Janssen-Vos, F. & Pompert, B., (2003). Startblokken van basisontwikkeling. Een goed begin voor peuters en jongste kleuters. Assen, Nederland, Koninklijke Van Gorcum.


3 weergaven0 opmerkingen
bottom of page